VN-comité: Nederland doet te weinig voor mensen met een beperking
Nederland doet op allerlei vlakken te weinig voor mensen met een beperking. Dat is de conclusie van een VN-comité dat de situatie in ons land heeft beoordeeld. Het comité uit in een kritisch rapport onder meer zorgen over de toegankelijkheid van het onderwijs, het openbaar vervoer en de arbeidsmarkt.
Wie in Nederland een beperking heeft, komt dagelijks grote en kleine struikelblokken tegen. Zoals steile trappen in cafés en onleesbare menukaarten in restaurants. Dat levert veel problemen op. Daardoor vermijden veel mensen met een beperking plaatsen waar ze eigenlijk graag zouden komen.
De opstellers van het rapport vinden dat afspraken uit het VN-verdrag nog onvoldoende zijn doorgevoerd. Volgens het rapport moet Nederland bestaande wetgeving dringend „systematisch beoordelen” en in lijn brengen met het verdrag.
Voor mensen met een visuele beperking moeten toegankelijke communicatiemiddelen vaker ingezet worden. De beoordelaars zijn bijvoorbeeld ook niet te spreken over de toegankelijkheid van overheidswebsites. Verder zien ze grote verschillen tussen gemeenten op het gebied van inclusiviteitsbeleid.
Door het gebrek aan (digitale) toegankelijkheid kunnen onder meer mensen met een visuele beperking niet goed mee in de samenleving en zijn zij minder vaak betrokken bij politieke beslissingen, aldus het comité in het AD. Braille en audiodescriptie moeten in alle facetten van de samenleving vaker toegepast worden.
Ook op het gebied van fysieke toegankelijkheid is nog heel veel te doen. Trapjes bij een ingang, paaltjes die in de weg staan, te steile hellingen of hoge stoepranden waardoor je met de rolstoel niet verder kunt.
Geen beleid
In Nederland zijn ruim twee miljoen Nederlanders met een beperking. Sinds 2016 geldt dit verdrag ook in Nederland. Maar vijf jaar later lijkt de positie van mensen met een beperking niet beter maar eerder verslechterd te zijn. Het wordt tijd dat er goed beleid komt dat ook uitgevoerd wordt.